Uit welke fasen bestaat het productieproces van suiker?
Het productieproces van suiker begint in april met het zaaien van het suikerbietenzaad. Na één maand staan er groene plantjes op de akker, in juli zijn ze uitgegroeid tot een kniehoog groen bladerdek. Vanaf september worden de bieten geoogst en in de suikerfabriek gewassen, gesneden en gekookt. Er ontstaat ruwsap dat wordt gezuiverd, gefilterd en ingekookt tot diksap. Het diksap wordt verder ingekookt zodat kristallen ontstaan. Door deze massa te centrifugeren wordt een donkere stroop en witte kristalsuiker verkregen. De suiker wordt gedroogd en is gereed voor gebruik.
Achtergrondinformatie
In het voorjaar wordt het suikerbietenzaad gezaaid. Vanaf september worden de bieten geoogst. Ze worden vervoerd naar de suikerfabriek, waar de bieten worden gewassen en in stukjes gesneden. In een broeitrog (70°C) worden de bietenstukjes gekookt. Er ontstaat ruwsap, een soort soep van suikerwater. Wat overblijft van de suikerbieten is pulp, daar wordt veevoer van gemaakt. Het ruwsap dat dan ontstaat wordt gezuiverd door het te filteren. Het suikerwater dat overblijft – het dunsap - bevat ongeveer 15% sacharose. In de volgende fase wordt het water verdampt. Het ontstane diksap bevat circa 65% sacharose, het wordt verder ingekookt zodat witte kristallen ontstaan. In centrifuges wordt de dikke massa gescheiden in een donkere stroop (melasse) en witte kristalsuiker. De suiker wordt gedroogd en is klaar voor gebruik. Melasse wordt onder andere gebruikt voor de productie van alcohol en veevoer.