Basisvoeding cruciaal voor sporters
|11
Suiker in perspectief, februari 2014
SPIEREN PASSEN HUN BRANDSTOFKEUZE AAN
Onze spieren zijn in staat hun brandstofkeuze aan te
passen aan de omstandigheden. De plaats van opslag,
beschikbaarheid en eigenschappen van de brandstof
spelen een rol. Sporters maken daar gebruik van,
want training leidt tot verregaande adaptatie van het
spierweefsel. Duurtraining stimuleert de grootte en
het aantal van de mitochondrieën in onze spieren.
Hierdoor zijn de spieren beter in staat om aan de
energiebehoefte te voldoen en kan de goed getrainde
sporter vet verbranden tijdens inspanning. Bij een-
zelfde absolute als ook relatieve inspanningsbelasting
draagt de bijdrage van de vetoxidatie meer bij aan het
energiegebruik in getrainde personen, zodat minder
gebruik hoeft te worden gemaakt van de beperkte
glycogeenvoorraden. Regelmatige training zorgt er dus
voor dat de sporters gedurende langere tijd een bepaal-
de inspanningsintensiteit kunnen handhaven alvorens de
glycogeenvoorraad opraakt. Regelmatige training leidt
ook tot een verhoogde capaciteit om koolhydraten op te
slaan. Goed getrainde sporters kunnen wel tot circa 50%
meer glycogeen in hun spieren opslaan. Onderzoekers
hebben ook aangetoond dat de opslag van vetten in de
spier sterk verhoogd is in duuratleten. Regelmatige trai-
ning is daarmee één van de meest belangrijke factoren
waarmee de vetoxidatiecapaciteit kan worden verhoogd,
de glycogeenvoorraden kunnen worden gespaard en het
prestatievermogen kan worden verbeterd.
80
60
40
20
Figuur 2: Energiegebruik als functie van de inspanningsintensiteit
rust
Inspanningsintensiteit (%Wmax)
40
55
75
Energiegebruik (
k
J/min)
spierglycogeen
bloedglucose
vrije vetzuren
uit het bloed
andere
vetbronnen
