SPORTERS EN ENERGIE
Voor de meeste sporters geldt dat ze veel energie
gebruiken: voor het rustmetabolisme (gebruik in
volledige rust), de thermogenese (energie nodig voor
de vertering) en fysieke activiteit. Rustmetabolisme
en thermogenese zijn weinig te beïnvloeden, maar
de fysieke activiteit wel. Tijdens sporten hebben
spieren een grote behoefte aan energie. Daarvoor is
de universele energiedonor Adenosinetrifosfaat (ATP)
essentieel. ATP wordt gevormd door de oxidatie van
koolhydraten en vetten uit onze voeding. Alleen als
de energievoorziening uit koolhydraten en vetten
ontoereikend is, kan de oxidatie van eiwitten een
substantiële bijdrage leveren. Om aan de constante
energiebehoefte van het lichaam te voldoen, is een
Basisvoeding cruciaal voor sporters
|9
Suiker in perspectief, februari 2014
ruime endogene brandstofvoorraad noodzakelijk.
Koolhydraten worden als glycogeen opgeslagen
in lever en spieren. De totale hoeveelheid energie
opgeslagen in de vorm van endogene koolhydraten
is vele malen kleiner dan onze vetvoorraad en levert
in theorie slechts voldoende energie voor 60 tot
90 minuten intensieve inspanning. Vetten worden
voornamelijk onderhuids en tussen de organen in
de buikholte opgeslagen. Door middel van lipolyse
worden vanuit de vetcellen vetzuren vrijgemaakt.
De totale energievoorraad opgeslagen in de vorm
van vet is enorm groot en zou hypothetisch gezien
voldoende energie kunnen leveren om dagenlang
onafgebroken te hard te lopen.
spieren
spieren
darmen
koolhydraten
(
)
in bloed
vetten
)
(in bloed
5 g
4,4 g
12.000 g
300 g
350-700 g
100 g
vetcellen
lever
Figuur 1: Endogene energievoorraden
