Suiker in perspectief editie 28 | Februari 2014 - page 10

VETOXIDATIE EN GLYCOGEENVOORRADEN
De inspanningsintensiteit bepaalt de energie-
behoefte tijdens fysieke inspanning. Tijdens
licht tot matig intensieve inspanning wordt om
aan de energiebehoefte te voldoen een even-
redige hoeveelheid van de opgeslagen kool-
hydraten en vetten geoxideerd. De hoogste
(absolute) vetoxidatie snelheden worden
bereikt bij middelmatig zware inspanning
(50-60% van het maximaal vermogen). Hierbij
leveren niet alleen de vetzuren afkomstig uit
het bloed, maar ook de triglyceriden opge-
slagen in de spieren een belangrijke bijdrage
aan de totale vetoxidatie. Wanneer de
inspanningsintensiteit verder wordt verhoogd
(boven 70% van het maximale vermogen)
neemt de vetoxidatie, zowel relatief als
absoluut gezien, significant af en schakelen de
spieren over op het gebruik van de endogene
glycogeenvoorraden. Bij matig tot hoge
intensiteit (duur)inspanning vormen de
glycogeenvoorraden, en met name het
spierglycogeen, dus kwalitatief veruit de
belangrijkste energiebron. Dit ondanks het feit
dat onze glycogeenvoorraden zeer beperkt zijn.
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
10|
Basisvoeding cruciaal voor sporters
Suiker in perspectief, februari 2014
presteren?’ Topsporters en hun begeleiders hebben
op het gebied van voeding behoefte aan weten-
schappelijke ondersteuning met een praktische
inslag. Sportbonden, teams, individuele sporters,
sportdiëtisten, voedingskundigen en andere
sportprofessionals werken op Papendal samen op
dit thema. Wouters noemt het belang van de
'Op systematische wijze
voedingsgegevens verzamelen,
interpreteren en adviezen
opstellen voor coach en sporter'
praktijkgerichte wetenschappelijke aanpak.
InnoSportNL Papendal speelt hierbij een cruciale rol
met een meet- en testinfra-structuur en de expertise
op het gebied van inspanningsfysiologie en voeding.
‘Op systematische wijze voedingsgegevens
verzamelen, interpreteren en adviezen opstellen voor
coach en sporter. Daarmee kunnen we een bijdrage
leveren aan het optimaliseren van bestaande
sporttrajecten en de voedingskundige ondersteuning
van sportprogramma’s op Papendal.’ Hij geeft als
voorbeeld het succes van de ontwikkeling van het
sportbrood (zie ook pagina 12 van deze Nieuwsbrief).
‘Je gaat uit van het type koolhydraat dat geschikt is
voor de topsporter, maar zorgt ook dat het lekker is
en een goede houdbaarheid heeft. De samenwerking
met een aantal bedrijven heeft er voor gezorgd dat
de Nederlandse sporters in Sochi nu gebruik maken
van dat sportbrood.’ Samenwerking is een
belangrijke pijler van de aanpak van de Programma-
lijn Voeding van InnoSportNL. ‘We werken onder
meer samen met NOC*NSF, met kennisinstellingen
zoals de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen,
Wageningen University, NIZO food research
Maastricht University en andere partijen op
Papendal.’ Samen richten ze zich de komende jaren
bijvoorbeeld op onderwerpen als koolhydraat-
depletie het effect van voedingsnitraat (in bietensap)
of de invloed van gewone voedingsmiddelen op
herstel in vergelijking met commerciële
sportproducten. ‘Zo ontstaat er een infrastructuur
om grenzen te verleggen. Onze visie is dat we zo een
bijdrage leveren aan een verbeterde sportparticipatie
en gezondere leefstijl voor alle Nederlanders.’
1,2,3,4,5,6,7,8,9 11,12,13,14,15,16,17,18,19,20,...26
Powered by FlippingBook