Suiker in perspectief editie 30 | november 2014 - page 9

EEN TERM ALS ‘SUIKER- OF VETVERSLAVING’
IS ONJUIST
Vorig jaar hebben onderzoekers (dertien
verschillende partners uit zeven EU-landen) in
een uitgebreide sessie gediscussieerd over het
onderwerp voeding en verslaving. Het begrip
‘verslaving’ wordt regelmatig gebruikt, maar
niet altijd op de juiste manier. NeuroFAST (The
integrated NEURObiology of Food intake,
Addiction and STress) is een multidisciplinair
project (met klinische en biologische expertise)
– gefinancierd door de Europese Unie – dat
hersenmechanismen in relatie tot eetgedrag,
verslaving en stress onderzoekt.
De wetenschappers hebben na hun discussie een
consensusverklaring opgesteld. Ze concluderen
dat er geen wetenschappelijk onderzoek is
waaruit blijkt dat een voedingsstof via specifieke
neurobiologische mechanismen verantwoordelijk
is voor overeten en het ontstaan van obesitas.
Ze hebben ook geen bewijs gevonden dat een
specifiek(e) voedingsstof, ingrediënt of additief
leidt tot verslaving (met uitzondering van
cafeïne). Alcohol is in hun discussie niet
beschouwd als voedingsstof. Het gebruik van een
term als ‘suiker- of vetverslaving’ is dus onjuist.
Ze benadrukken dat verslavend (over)eten
duidelijk anders is dan verslaving veroorzaakt
door stoffen die via specifieke mechanismen
werken zoals nicotine, cocaïne, opioïden, en
cannabidoïden.
V
oeding, hersenen en gedrag
|9
Suiker in perspectief, november 2014
Onderzoekslijn en onderwijs
Het onderzoek van de nieuwe leerstoel ‘Voeding,
hersenen en gedrag’ is gevestigd binnen de Faculteit
Psychologie en Neurowetenschappen (vakgroep
Neuropsychologie & Psychofarmacologie) van
Maastricht University. ‘In eerste instantie zet ik mijn
huidige onderzoekslijn voort wat betreft interacties
tussen (genetische) hersengevoeligheid voor stress
en stress-gerelateerde affectieve aandoeningen en de
eventuele invloed daarbij van voeding. Daarbij
starten we ook een aantal nieuwe lijnen gericht op
depressie en daaraan gerelateerde problemen zoals
verstoord eetgedrag, overeten, overgewicht of
slaapstoornissen.’ Markus gaat zich ook meer
specifiek richten op de veronderstelde effecten van
voeding zoals suikers, vetten, eiwitten of specifieke
voedingsaminozuren op gedrag. ‘Denk bijvoorbeeld
aan de veronderstelde effecten van zoetigheid op
stemming, voedingsafhankelijkheid of hyperactief
gedrag. Je zou het kunnen omschrijven als
‘claimcontrolerende studies’.’ Over het onderwijs van
de leerstoel zegt hij: ‘Het is de bedoeling dat we het
onderwerp relatie voeding, hersenen en gedrag ook
binnen het academisch onderwijs meer zichtbaar
gaan maken. Zo leid je onderzoekers in spe ook op
over de mate waarop voeding van invloed kan zijn op
ons gedrag, wellicht door effect op de hersenen.
Ze leren hoe je dergelijke (veronderstelde) relaties
en/of claims aan de hand van wetenschappelijke-
methodologische criteria kan beoordelen.
De uitkomsten van ons onderzoek worden zo
toegankelijk gemaakt voor het brede publiek.’
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...22
Powered by FlippingBook