Table of Contents Table of Contents
Previous Page  22 / 30 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 22 / 30 Next Page
Page Background

P

hilip den Ouden is vanaf

de oprichting in 2004

directeur van de Federatie

Nederlandse Levensmiddelen

Industrie (FNLI). In juni gaat hij

met pensioen. Hij blikt terug en

kijkt vooruit.

‘Natuurlijk krijg ik ook veel

berichten als ‘suiker is vergif’ en

‘verspilling en vervuiling’ waarbij

de levensmiddelenindustrie als

zakkenvuller en gifmenger wordt

neergezet. Ik zie de consument

als de belangrijkste adviseur van

het bedrijfsleven en ga dan ook

graag het gesprek aan met

kritische burgers en consumen-

ten. Het komt er meestal op neer

dat ze een eenvoudige oorzaak

zoeken voor complexe problemen

als gezondheid en duurzaamheid.

Het is dan het gemakkelijkst om

naar één partij te wijzen, de

levensmiddelenindustrie.

De consument is de

belangrijkste adviseur

van het bedrijfsleven

Bestuurders zijn net gewone

mensen

We moeten als samenleving

oplossingen vinden voor deze

grote maatschappelijke proble-

men, en bestuurders van grote

levensmiddelenbedrijven willen

daar maar wat graag een bijdrage

aan leveren. Wat me in de

afgelopen 13 jaar steeds weer

opviel: bestuurders beseffen heel

goed dat ze maatschappelijke

verantwoordelijkheid hebben.

Ook zij willen niets liever dan

verantwoord met gezondheid en

de aarde omgaan, het zijn net

gewone mensen. Ze worstelen er

ontzettend mee, want ze hebben

ook de verantwoordelijkheid

voor hun werknemers en hun

gezinnen. De industrie wil die

verantwoordelijkheid nemen en

zoekt naar mogelijkheden. Bij het

tegengaan van voedselverspilling

werken we bijvoorbeeld aan

portiegroottes en verpakkingen.

Het is telkens een afweging, een

komkommer wordt langer

houdbaar door deze te verpakken

in plastic. Waar kies je dan voor?

De keuze valt vaak op de oplos-

sing met de meeste impact.

Nederland loopt voorop

Ook politici vinden soms dat de

veranderingen en productinno-

vatie te traag gaan en spreken me

daar op aan. Ik antwoord dan

weleens: ‘Prima, als je het sneller

wilt, maak dan snel even een

wet’. Zo’n snelle wet is er nog

nooit gekomen en zal er ook niet

komen, want als ze zich in de

materie verdiepen ontdekken ze

hoe ingewikkeld het probleem is

en welke enorme economische

belangen er mee gemoeid zijn. Ik

durf te stellen dat innovatie echt

niet traag gaat in Nederland.

Vergeleken met andere landen

lopen we in Nederland ver

voorop op het gebied van pro-

ductaanpassing. Natuurlijk zijn

er nog doelen te halen en moeten

we aan de gemaakte afspraken

voldoen, dus we zijn er nog niet.

22|

Column

Suiker in perspectief,

april 2017