W
etenschap is een
integraal onderdeel
van de samenleving,
maar bij de acceptatie van wat
nu wel of niet ‘waar’ is staan ze
vaak lijnrecht tegenover elkaar.
Dit zien we bijvoorbeeld duide-
lijk bij veronderstelling over hoe
voeding onze lichamelijke en/of
geestelijke gezondheid kan
beïnvloeden. Zo denkt men dat
het eten van veel fruit en/of
multivitaminen ons slimmer kan
maken (zelfs minder agressief),
dat kunstmatige zoet- en kleur-
stoffen hyperactiviteit kunnen
bevorderen (of veroorzaken), dat
we dik worden door suikerver-
slaving, of dat het drinken van
warme melk de slaapkwaliteit
kan verbeteren. Deze en andere
vergelijkbare veronderstellingen
leven sterk binnen de samenle-
ving maar ontberen ondersteu-
ning vanuit huidige wetenschap-
pelijke kennis en
onderzoeksbevindingen.
Hypes, waarheid
en wetenschap
Hoe kan het dat onjuist gebleken
veronderstellingen toch als
‘waarheid’ bovenmatige aan-
dacht krijgen binnen de samen-
leving? Dergelijke ‘hypes’
ontstaan dikwijls doordat
uitkomsten van onderzoek door
een onderzoeker, de media en
pers onjuist worden geïnterpre-
teerd en als waarheid aan het
publiek wordt gepresenteerd.
Vaak sluit het goed aan bij wat
op dat moment sterk leeft
binnen de samenleving en
lezerspubliek en kan het rekenen
op grote publiekelijke belangstel-
ling en acceptatie. Een duidelijk
voorbeeld is de onterechte
vertaling van dierexperimenteel
onderzoek naar het bredere
publiek dat suiker verslavend is
en oorzaak voor overgewicht.
Ondanks dat dit niet overeen-
komt met onze huidige weten-
schappelijke kennis, en indruist
tegen de consensus van interna-
tionaal samenwerkende experts
op dit gebied, kan deze hype van-
daag de dag rekenen op brede
publiekelijke waardering en
goedkeuring. Deels komt dat
natuurlijk doordat het lastig te
accepteren is dat we dik worden
doordat we zelf meer eten dan
ons lichaam nodig heeft (en dat
het daarbij niet uitmaakt wat we
eten). De suggestie dat overge-
wicht wordt veroorzaakt door
iets dat buiten ons controlege-
bied valt is dan wel erg aantrek-
kelijk. Maar het is ook een
onmogelijke taak voor het
niet-wetenschappelijke publiek
om uit te maken of de gepresen-
teerde werkelijkheid door
onderzoeker, pers en media nu
wel of niet voldoende ‘waar’ is.
Kan de wetenschap de samenle-
ving geen handige richtlijnen
aanreiken om hier beter mee uit
de voeten te kunnen?
In tegenstelling tot het blindva-
ren op de eigen ervaring, wense-
lijkheid en/of de mening van een
enkele onderzoeker, wordt
binnen de wetenschap iets pas
als tijdelijke ‘waarheid’ geaccep-
teerd wanneer het overeenkomt
met de gemiddelde uitkomsten
van zoveel mogelijk goed uitge-
voerde en internationaal gepu-
34|
Column
Suiker in perspectief,
januari 2017