Table of Contents Table of Contents
Previous Page  25 / 36 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 25 / 36 Next Page
Page Background

‘Dialoog over koolhydraten’

|25

Suiker in perspectief, oktober 2017

Relevantie voor stressgevoelige

mensen

Markus: ‘De serotoninegevoeligheid in de hersenen

verschilt tussen mensen en daardoor dus ook de

effecten van koolhydraten. We veronderstelden dat

koolhydraten vooral effect op de hersenen hebben bij

mensen met een serotoninegevoeligheid. Dit kan door

hun genen komen maar ook door chronische stress.

Flink wat studies ondersteunen deze veronderstelling,

maar er zijn ook niet-ondersteunende studies. Hieruit

wordt momenteel geconcludeerd dat koolhydraten,

waaronder suikers, een gunstig effect kunnen hebben

op stressweerbaarheid en de stemming vooral bij

mensen met chronische stress en/of een genetische

seretoninegevoeligheid van de hersenen.’

Maar hoe relevant zijn deze resultaten voor de prak-

tijk? Markus: ‘De effecten op stemming en gedrag zijn

in verschillende studies aangetoond. Eerlijkheids-

halve: er bestaan ook niet-ondersteunende studies.

Ook zijn de gevonden effecten niet erg sterk en

daardoor niet relevant voor klinische behandelprak-

tijk van stemminsgaandoeningen zoals depressie.

Wel zouden zij die continu onder stress staan en/of

ontstemd zijn baat kunnen hebben bij wat meer

koolhydraatrijke voeding; wellicht door de lekkerdere

belonende werking en misschien ook wel door de

verhoging van het serotoninegehalte in de hersenen.’

Degelijk onderzoek in de strijd

tegen voedingshypes

Markus maakt zich druk over voedingshypes en over

het wetenschappelijk bewijs daarvan. Markus: ‘Een

stelling is wetenschappelijk bewezen wanneer deze

herhaaldelijk proefondervindelijk is aangetoond met

gecontroleerd onderzoek waarbij andere oorzaken

zijn uitgesloten. Dit vraagt om een herhaling van

vergelijkbaar empirisch onderzoek in de vorm van

een goed opgezette en uitgevoerde gerandomiseerde,

gecontroleerde, dubbelblinde studie met een contro-

legroep. Meestal valt bij de selectie voor een me-

ta-analyse 80% van goede studies af omdat de

kwaliteit van het onderzoek onder de maat is. Bij

voldoende goede studies ligt de wetenschappelijke

waarheid in het midden: het gemiddelde van de

resultaten.’ Doordat veel uitspraken over de effecten

van voeding op hersenen en gedrag niet slagen voor

deze waarheidstoets ontstaan misvattingen in de

media.

Misvattingen

Markus: ‘De wereldwijde gewichtstoename is niet

gerelateerd aan specifieke voedingsstoffen, zoals

suiker. Ja, we worden dik van suiker net als van

vetten en eiwitten. Een te veel aan totale energie-

inname maakt iemand dik. Suiker is, net als andere

voedingsmiddelen en stoffen, met uitzondering van

alcohol, ook niet verslavend zoals een drug. Hierover

bestaat duidelijk internationale wetenschappelijke

consensus. Echter, misvattingen kunnen wel de basis

vormen voor een voedingshype. Bijvoorbeeld wanneer

een enkele onderzoeker aansprekende resultaten

heeft verkregen met een dierexperiment. Een media-

bericht, dat zich slechts richt op een enkele (verdraai-

de) uitkomst in plaats van de algemene consensus

gebaseerd op uitkomsten van alle bestaande goed

uitgevoerde studies, is gebaseerd op een mening en

niet op een wetenschappelijk ondersteund feit.’

'Misvattingen kunnen de basis

vormen voor een voedingshype.'