Suiker in perspectief editie 27 | december 2013 - page 16

doen. Theoretisch kan het een selectie zijn, dat zou
een soort vertekening kunnen geven.’ Het meten van
de voedselconsumptie bestaat uit twee 24-uurs-
voedingsnavragen, tussen de twee dagen zit
ongeveer een maand. Voor de jongste en oudste
leeftijdsgroepen wordt deze manier van gegevens
verzamelen gecombineerd met dagboekjes.
De voedingsnavragen worden uitgevoerd met een
speciaal ontwikkeld computergestuurd interview-
programma. Volwassen deelnemers worden
telefonisch geïnterviewd. Kinderen tot de leeftijd van
15 jaar worden met een ouder of verzorger thuis
geïnterviewd. Over de methodiek zegt Ocké:
‘Die methode is natuurlijk niet perfect, want je
doet een beroep op het geheugen van mensen en
in de praktijk blijkt men ook sociaal wenselijke
antwoorden te geven. Dat leidt tot onderrapportage.’
De onderschatting van de voedselconsumptie is
geanalyseerd aan de hand van een objectieve maat
als de inname van energie. ‘De onderschatting,
gemeten op basis van die energie-inname, is circa
15%.’ De software van het interviewprogramma is
gevalideerd. De inname van eiwit, gekoppeld aan
metingen in de urine, zijn gebruikt als controle-
methode en daaruit blijkt dat de onderrapportage
ook circa 15% is. ‘Onze conclusie: het meten van de
voedselconsumptie heeft z’n beperkingen, maar dit
is de beste methode.’
Van pen naar computer
Voordat het computergestuurd interviewprogramma
werd geïntroduceerd, maakten de onderzoekers
sinds de start van de VCP’s (1987) gebruik van de
‘dagboekmethode’. ‘Die dagboeken werden met de
pen door de respondenten ingevuld en vervolgens
verwerkt. Dat was veel werk achteraf.’ Marga Ocké
vertelt dat één dagboek voor het gehele gezin werd
gebruikt, met een aanvullend dagboekje voor de
activiteiten buitenshuis van de individuele gezins-
leden. ‘De dagboekmethode was kwalitatief uitste-
kend. Maar de consumptie is inmiddels veel
individueler geworden. Voor de deelnemers bleek
het invullen een grote belasting te zijn, met als
gevolg een lagere respons dan we graag wilden.
In 2003 is een pilot-VCP met het nieuwe computer-
programma uitgevoerd bij jong-volwassenen. Op
deze manier bleken we voedselconsumptiegegevens
met meer detail te kunnen verzamelen.’ In 2007-
2010 is de methodiek toegepast bij het onderzoek
onder de algemene bevolking van 7 tot 69 jaar
(VCP-Basis). Eind 2012 is gestart met de volgende
VCP. De leeftijdsgroep is verruimd naar 1 tot 79 jaar.
Gereedschap voor voedingsbeleid
De gegevens dragen in de praktijk bij aan nieuw
voedingsbeleid. Ocké noemt als voorbeeld de ont-
wikkeling van nieuwe richtlijnen. ‘We zien dat met
de inhoud van de rapporten die we hebben gepubli-
ceerd, bij het Voedingscentrum nu bijvoorbeeld
wordt gewerkt aan de nieuwe Richtlijnen Voedsel-
keuze. Ook worden de gegevens gebruikt in het
kader van de herformulering van voedingsmiddelen.
Zo kan bijvoorbeeld worden gekeken welke voe-
dingsmiddelen het meest bijdragen aan de consump-
tie van zout en verzadigd vet.’ En over de nieuwe
Richtlijnen goede voeding die de Gezondheidsraad
op dit moment herziet, zegt ze: ‘De commissie van de
16|
Dit is de beste voedselconsumptiemethode
Suiker in perspectief, december 2013
d
VOEDSELCONSUMPTIEPEILING
• Dutch National Food Consumption Survey 2007-2010
• Zo eten jongvolwassenen in Nederland
1...,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15 17,18,19,20,21,22,23,24,25,26,...30
Powered by FlippingBook