Suiker in perspectief editie 56 | juni 2022

“Is meer plantaardig eten ook goed voor ouderen? Dat wil ik weten.” |11 Suiker in perspectief, juni 2022 voor ouderen goed mogelijk is, dan is dat natuurlijk belangrijk. Als veganistisch eten wat dat betreft minder goed uitpakt, is het ook goed. Als we het maar weten. Want dan kun je daarop actie ondernemen in de praktijk.” Suppletie “Als uit ons onderzoek blijkt dat er bij een veganistisch voedingspatroon inderdaad tekorten ontstaan, dan zou je bijvoorbeeld kunnen gaan kijken of en hoe deze aangevuld kunnen worden. Voor vitamine D bestaat bijvoorbeeld al een suppletieadvies. Dat wordt door de gemiddelde Nederlander slechts mondjesmaat nageleefd, maar heeft voor ouderen misschien nog wel een hogere urgentie. Vitamine D haal je namelijk voor een deel uit voeding en maak je voor een deel zelf aan via de huid. Naarmate je ouder wordt, wordt je huid minder ‘productief’ en heb je die aanvulling gewoon nodig. Dat geldt, hoewel minder goed onderzocht en bewezen, mogelijk ook voor vitamine B12; dat wordt door sommige groepen ouderen waarschijnlijk minder goed geabsorbeerd, hetgeen ook gecorrigeerd kan worden.” Heterogeniteit “Dezelfde bewijslast die we voor vitamine D en B12 hebben, zou ik met ons huidige onderzoek dus ook graag verkrijgen voor de effecten van eiwitten uit diverse bronnen op de fysieke gesteldheid van oudere mensen”, besluit De Groot. “Ik kan me voorstellen dat de huidige tendens om meer plantaardig te eten ook gevolgen zal hebben voor het voedingspatroon van de toekomstige ouderen. De Richtlijnen goede voeding gelden nu nog voor de gemiddelde Nederlanders. Maar als er meer kennis is, komen er misschien ook meer mogelijkheden voor maatwerk. Dan heb ik het niet per se over ‘gepersonaliseerde voeding’, maar meer over het anticiperen op de heterogeniteit van de bevolking. In de VOILA-studie, een 5-jaar durende studie waar ik op dit moment ook bij betrokken ben, proberen we bijvoorbeeld profielen te schetsen op basis van de verschillende effecten van interventies bij ouderen. Waarom reageert de een anders op een interventie dan de ander? Als we dergelijke profielen kunnen vaststellen, zou dat kunnen helpen bij het opstellen van aangepaste adviezen, op basis van specifieke voedingsbehoeften.”