Basis HTML versie
suikers en het inzicht van de consument merkt
Gert-Jan Truin nog op: 'Suiker brengt de consument
vooral in relatie met suiker in de suikerpot of met een
bonbonnetje. Dat dat een bedreiging voor je gebit zou
kunnen zijn, realiseren sommigen zich wel. Maar het
gebruik van natuurlijke suikers, daar staat men amper
bij stil. 'Honing is gezond' hoor ik mensen
bijvoorbeeld zeggen, maar wat betreft de
mondgezondheid is honing beslist niet zonder risico.'
In de jaren zestig was tandbederf nog een veel
voorkomend probleem in Nederland. Aandacht voor
de preventieve interventies van publiekscampagnes,
informatie op consultatiebureaus, scholen en
bijvoorbeeld meer aandacht in de tandheelkundige
praktijk, leidde tot een betere mondgezondheid. 'We
proberen nu met onze preventieve boodschap steeds
meer aan te sluiten bij de algemene
gezondheidsberichten, denk bijvoorbeeld aan die van
het belang van een gezond gewicht. Maar praten over
algemene preventie wordt steeds lastiger. De
collectieve boodschap heeft amper effect, we moeten
steeds individueel gerichter gaan werken. Ik denk dat
je als zorgverlener, door de sterke individualisering,
steeds meer op individuele gronden moet adviseren.'
Op de vraag of we de consument misschien via de
sociale media moeten zien te bereiken, zegt Truin: 'Ik
denk dat in het licht van preventie er nog een lange
weg is te gaan om te weten hoe we dergelijke media
moeten gebruiken.' En over de rol van de overheid:
'De overheid heeft dergelijke preventieve taken
inmiddels 'netjes aan het veld' overgelaten. Collectieve
preventie is overgedragen aan de gemeenten. De enige
organisatie die nu nog probeert om iets aan collectieve
preventie op het terrein van mondgezondheid te doen,
Individueel gerichter werken
12|
Prefentieve mondzorg
Suiker in perspectief, oktober 2012
is het Ivoren Kruis. Maar de overheid heeft op hun
vraag om die preventie in gang te zetten geen positief
antwoord gegeven. Als beroepsgroepen moeten we dat
dus zelf oppakken.' Van de lokale overheid heeft Truin
ook geen grote verwachtingen. 'Lokale gemeenten
stellen prioriteiten, maar het is zo dat
mondgezondheid niet boven aan de lijst staat.
Obesitas, alcoholverslaving en seksueel misbruik
scoren hoger op de politieke ladder. Daarmee moet de
preventieve mondzorg concurreren.'
Gert-Jan Truin nam onlangs afscheid als hoogleraar.
Hij hoopt dat z'n collega's de preventie in de praktijk
weten te continueren. 'Dat is belangrijk. Hoe krijgt
tandheelkunde in de marktsetting, zoals dat
tegenwoordig heet, z'n positie? Dat is lastig. De
ervaring leert dat bij een dergelijke ontwikkeling
preventie altijd wordt bedreigd. Uiteindelijk gaat men
dan wellicht meer aan curatie dan preventie doen.
Maar ik ben er heilig van overtuigd dat het
regelmatige, jaarlijkse
bezoek aan de tandarts
een positieve ontwikkeling
op de mondgezondheid
in Nederland is geweest.
Ik hoop dat deze benadering
gehandhaafd blijft.'
interview
'De collectieve boodschap heeft amper
effect, we moeten meer individueel gericht
gaan werken.'