De gegevens uit die tabel zijn vervolgens gekoppeld aan de Voedselconsumptiepeiling van 2007-2010. Daaruit blijkt dat de inname per persoon per jaar gemiddeld 26 kg is. Dat is 71 gram per dag en circa 12 en%.
In de factsheet ‘Consumptie van suikers in Nederland. ‘Deel 2: toegevoegde suikers’ vindt u meer informatie over dit onderwerp. In september 2014 verscheen ook de factsheet ‘Deel 1: totaal suikers’.
Vrije suikers versus toegevoegde suikers
De WHO omschrijft het begrip ‘vrije suikers' in haar rapport als ‘alle monosachariden en disachariden die toegevoegd zijn door de producent, kok of consument alsook suikers die van nature aanwezig zijn in honing, siropen, vruchtensappen en vruchtenconcentraat’. Van nature aanwezige suikers uit fruit, groente en zuivel vallen hier niet onder.’ Niet iedereen gebruikt het begrip ‘vrije suikers’. Onafhankelijke wetenschappelijke adviesorganen zoals Gezondheidsraad, EFSA (European Food Safety Authority) en IOM (Institute of Medicine) hanteren het begrip ‘toegevoegde suikers’. Wageningen University heeft onlangs geanalyseerd hoeveel toegevoegde suikers Nederlanders gemiddeld consumeren. Daarbij is de volgende definitie gebruikt: toegevoegde suikers zijn alle mono- en disachariden die tijdens de productie en bereiding van voedingsmiddelen worden toegevoegd. Ongeraffineerde suiker, witte en bruine suiker, honing, siroop en stroop zijn toegevoegde suikers. De mono- en disachariden die van nature aanwezig zijn in producten die nog niet zijn bewerkt (zoals bijvoorbeeld fruit, groente, peulvruchten en aardappelen) en in sap, fruitconcentraat en brood vallen (net als lactose uit zuivelproducten) niet onder de definitie toegevoegde suikers.
- Lees ook: Nieuwe WHO-richtlijn vrije suikers.
Kenniscentrum suiker en voeding vroeg deskundigen - verschillende experts uit diverse werkvelden - om een eerste reactie. Wat is bijvoorbeeld hun oordeel over de gevolgen voor de praktijk? - Prof.dr.ir. Frans Kok:
‘Het is een lastige richtlijn, want je ontneemt mensen wel veel plezier in het eten en drinken.’ - Prof.dr. Fred Brouns:
‘Dat men eenzijdig roept ‘van suiker word je dik, dat doet de waarheid geweld aan.’ - Anne-Marijke Ambergen:
‘Hoe is dit uit te leggen aan de consument?’ - Prof.dr.ir. Edith Feskens:
‘Het publiek denkt dat het bij de richtlijn gaat om het terugdringen van overgewicht. Maar an sich zal het op dat gebied niets opleveren.’ - Prof.dr.ir Wim Saris:
‘Als je de publicatie doorneemt, dan is er geen enkel wetenschappelijk argument om 5 en% aan te bevelen.’ - Prof.dr. Cor van Loveren:
‘Ik vind dat er gesproken moet worden over voeding, met name de frequentie is belangrijk.’ - Prof.dr. Luc van Loon:
‘Balans tussen energie-inname en gebruik zou ons belangrijkste streven moeten zijn. - Willy Gilbert:
‘Je krijgt wat ik noem ‘schijnveiligheid’. Het is onduidelijk voor de consument dat geen suikers wordt ingevuld door iets anders.’ - De inname van toegevoegde suikers in Nederland
- Vrije suikers versus toegevoegde suikers